Dit jaar lezen we in de diensten veel viagra tabs uit het evangelie naar Matteüs. Zoals u misschien weet, volgen we in onze kerk meestal het zogenaamde ‘Gemeenschappelijk leesrooster’, samen met veel PKN-gemeentes en andere kerken. Op zondag hetzelfde te horen, dat verbindt ons ook met elkaar.
In dat rooster staat telkens per jaar een van de eerste drie evangelieën centraal: steeds achtereenvolgens Matteüs, Markus en Lukas. Het Johannes-evangelie heeft geen eigen jaar, maar komt ieder jaar op bijzondere momenten aan de orde, op bijzondere zondagen en feestdagen (vaak op Eerste Kerstdag, bij Pasen en de zondagen erna).
Dit jaar is dus Matteüs aan de beurt. Ik wil dit jaar via de kerkkrant en website daarom geregeld wat meer over dat evangelie vertellen. Elk evangelie vertelt over Jezus op eigen manier. Ze vertellen in de kern allemaal hetzelfde, maar zeggen datzelfde steeds anders. Ze bouwen het verhaal anders op, leggen andere accenten, vertellen soms ook verhalen die anderen niet vertellen. Elk evangelie geeft zo een eigen beeld van Jezus. Het kan helpen bij het lezen om daar iets meer van te weten.
Jezus als rabbijn, als Joodse leraar
In het Matteüs-evangelie komt Jezus nadrukkelijk als Joodse leraar naar voren. Hij legt de woorden en de wil van God uit, eigenlijk als een soort nieuwe Mozes. In de maand februari lezen we uit de Bergrede, waarin dat het meest duidelijk is. Daar spreekt Jezus over de Tora, de Joodse, bijbelse geboden. Vaak wordt de Bergrede zo uitgelegd, alsof Jezus eigenlijk een nieuwe, andere, wet geeft, in tegenstelling met de Joodse, Oud-Testamentische. Hij geeft eerst een bekend gebod weer en zegt dan steeds: ‘maar ik zeg jullie …’. Dat lijkt een tegenstelling – maar dat deden meer rabbijnen zo in die tijd. Het betekent niet dat de nieuwe uitleg tegengesteld is, maar geeft de eigenlijke, diepere betekenis weer. Vaak gaat het om een uitbreiding van de wet. Het gaat er niet alleen maar geen moord of doodslag, of overspel te plegen. Jezus wijst aan waar dat begint, waar zulke daden vandaan komen: uit woede, jaloesie, verlangen, uit bepaalde gedachten. Hij zegt dan: daar moet je op letten, op die gedachten. Als je zulke verkeerde gedachten gaat koesteren, kom je in de gevarenzone, dan zou je wel eens de wet kunnen gaan overtreden. Voed dat soort gedachten dus niet, en probeer anders te denken. Dan doe je de wil van God, en dan houd je dus die geboden op een diepere manier.
De Bergrede is de eerste van vijf grote toespraken die Jezus in Matteüs houdt. Later spreekt Jezus zijn leerlingen toe als hij ze uitzendt (toespraak nr. 2; Mat. 8), er is een toespraak met gelijkenissen (nr. 3; Mat. 13), een toespraak over hoe mensen in de christelijke gemeente met elkaar om moeten gaan (nr. 4; Mat. 18) en een laatste toespraak eerst tegen de Schriftgeleerden en vervolgens over de eindtijd (nr. 5; Mat.23-25).
Een volgende keer meer over Matteüs!
Coen Constandse
Geef een reactie