De Gaarde in Bunnik. Een kerk door en voor mensen, waar iedereen zich thuis voelt, die letterlijke én geestelijke ruimte heeft en geeft. Vijftig jaar lang. Of kort.
Historie
Na de oorlog telde Bunnik twee kerkge
bouwen: de historische, hervormde Oude Dorpskerk en de katholieke Barbarakerk. Het kleine aantal gereformeerden vond onderdak bij geestverwanten in Zeist.
In 1946 kregen zij met steun van de kerk in Zeist een eigen gebouw: het Groene Kerkje, een houten noodwoning op de hoek van de Provincialeweg en de latere Camminghalaan. Met 75 stoelen groot genoeg voor kerkdiensten, jeugd-, vrouwen- én mannenkoor, catechisaties, contactavonden, zondagschool….
Maar: Bunnik groeide en het aantal leden van de kerk ook. Al in 1956 ontstaan plannen voor een kerk met 175 zitplaatsen, een consistorie en zo mogelijk een vergaderzaal. Een jaar later was het Groene Kerkje te klein; het werd verkocht aan een sloper en afgebroken…. De kerkdiensten
“verhuisden” eerst naar de aula van de School met den Bijbel, twee jaar later werd met de Hervormde Kerk een gezamenlijk gebruik van de Oude Dorpskerk overeengekomen, met op elkaar afgestemde aanvangsuren voor de kerkdiensten.
Plannen en bouwen
Op 4 april 1960 werden de plannen voor de bouw van een eigen kerk gepresenteerd door gemeentelid Jan Sierts van Architectenbureau Wouda. Mede dankzij de Stichting Steun Kerkbouw en grote financiële en fysieke inspanningen van de leden kon ruim een jaar later met de bouw worden begonnen.
Enkele voorbeelden van die inspanningen:
- De leden van de vrouwenvereniging “verdienden” met het sorteren van appels en het inpakken van zoetwaren een wit-met-gouden kanselbijbel.
- De jeugd zorgde met een oliebollenactie, grabbelton, poppenkast en klusjes voor een glas-in-loodraam en een elektrische klok.
- Een verjaardagsfonds én het inzamelen van oud papier leverden het startkapitaal voor het orgel op.
Op 3 mei 1961 werd begonnen met het heien van 23 palen. Een klein half jaar later werd de eerste steen gelegd en op 15 december 1962 vond de feestelijke opening plaats van een fraaie kerk met 239 zitplaatsen.
Pas in de zeventiger jaren kreeg die kerk een naam: De Gaarde.
Uitbreidingen
Al vier maanden na de opening werd besloten tot uitbreiding met een wijkzaal van 96 m2. Uit financiële overwegingen werd de bouw voor een flink deel verzorgd door kerkleden, met hulp van medewerkers van de aannemer. Zo schepten de mannen kruiwagens vol, sjouwden ze stenen en verrichtten ze timmer- en schilderwerk. De vrouwen zorgden voor soep in het schaftuur. Al die inspanningen waren een duidelijk bewijs van de liefde en betrokkenheid bij de nieuwe kerk. Op 3 september 1964 werd de wijkzaal feestelijk ingewijd.
In 1978 kwamen er twee vergaderlokalen, een keuken en bergruimte bij, ook door een grote inbreng van tientallen gemeenteleden. Zij namen de vloeren, plafonds en tuinaanleg voor hun rekening, evenals de elektrische en verwarmingsinstallaties en het schilderwerk. De dames zorgden voor de stoffering en de vitrage.
Tenslotte werden in 1987 de houten kerkbanken met eigen kracht omgetoverd in ruim honderd comfortabele
stoelen met stoffen bekleding.
Zo ontstond één van de meest praktische kerken in ons land: een opvallend gebouw met een karakteristieke, moderne vormgeving en een bizondere klokkentoren. Een kerkzaal met grote nadruk op saamhorigheid en gemeentezijn, een – letterlijk – geloofwaardige plek voor jong en oud. Tot stand gebracht door eigen kracht, met geloof en liefde, voor geloof en bezinning. Om bij elkaar te komen en te zijn, voor in- en ontspanning. Een dierbaar gebouw voor velen. Een kerk voor en van mensen. Een mensenkerk.
Een kerk om van te houden… Voor altijd.
(Bron: o.a. boekje “25…jarig” door B. Koudijs)
Geschreven door Jaap van de Beukel
[…] december zal in een feestelijke dienst gevierd worden dat het op die dag 50 jaar geleden is dat in De Gaarde de eerste dienst is gehouden. Tevens is het dan 50 jaar geleden dat Jaap Kits organist […]