Het orgel in de Oude Dorpskerk van Bunnik is jarig. Het werd in 1912 gebouwd door de Utrechtse orgelmaker J. de Koff en telt 750 orgelpijpen met elk een eigen geluid: van een zware bourdon, een fluit tot zelfs een trompet. Grote pijpen zorgen voor diepe bastonen, kleine pijpen geven lichtere, hogere tonen.
Om het 100-jarige orgel in goede staat te houden wordt in het najaar van 2012 groot onderhoud gepleegd en zullen er enkele aanpassingen plaatsvinden. Het orgel wordt zorgvuldig gedemonteerd door een gespecialiseerd bedrijf. Na schoonmaak en reparatie worden de pijpen terug-geplaatst en zullen de muzikale mogelijkheden zijn vergroot. De Oude Dorpskerk zal tot het voorjaar vanwege onderhoud en herinrichting niet in gebruik zijn.
Hoeveel geld is nodig?
Dit onderhoud komt niet onverwacht. Er is via de rijksoverheid subsidie verkregen, maar een deel van de kosten (tenminste € 15.000,-) moet de Protestantse Gemeente Bunnik zelf dragen. Daarom willen wij alle leden van de kerkgemeenschap, inwoners van Bunnik en iedereen die dit orgel en orgelmuziek een warm hart toedraagt, oproepen om een (of meer) orgelpijp(en) te sponsoren.
Hoe werkt de sponsoractie?
Een sponsorcertificaat voor een orgelpijp kost € 20,00. U kunt een certificaat bestellen door het bedrag van € 20,00 (of een veelvoud daarvan) over te maken op bankrekeningnummer 31.13.32.005 t.n.v. Protestantse Gemeente te Bunnik, onder vermelding van ’orgel’ en uw adres. U ontvangt uw sponsorcertificaat op dit adres.
In het (late) voorjaar van 2013 zal het hernieuwde orgel ingespeeld worden tijdens een feestelijk concert. Sponsoren krijgen gratis toegang. Houd hiervoor de website in de gaten.
Maaike Otten zegt
Wat leuk.
Mag ik ook kiezen welke orgelpijp ik dan sponsor?
Bert wil een harp-pijp sponsoren (bestaat dat een harp -toon?)
En ik graag een fluit 🙂
Jan Dirk Vlasblom zegt
Nee, je kunt niet kiezen. Dat hebben we wel even overwogen, maar dat maakte dat we erg veel administratie zouden krijgen voor deze actie. De grote en de kleine pijpen, ze zijn allemaal even belangrijk, en ze moeten allemaal schoongemaakt worden.
De pijpen worden daarom ook allemaal voor hetzelfde bedrag gesponsord.
Een harp hebben we niet, fluiten wel.
Als we geld genoeg ophalen, krigen we straks ook weer een viool (Viola) in het orgel. De viola is een van de klanken die bij de restauratie van 1968 uit het orgel gehaald is, en nu weer terug gaat komen (als de sponsoractie een succes wordt, tenminste)
Henk Blok zegt
Volgens het Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad van 5 november 1912 bezat het orgel aan sprekende registers:
“een salicet, holfluit, vox celeste en fluit (voor het bovenklavier), prestant, bourdon, roerfluit, octaaf 4, octaaf 2 en trompet (voor het hoofdmanuaal), te zamen dus 10 stemmen. Aan mechanische registers bezit het orgel: koppeling op het manuaal, koppel op pedaal I en koppel op pedaal II, calcant, tremulant en ventiel. Het pedaal heeft bovendien nog een sub-bas.” (einde citaat) .
Ik ben geen muzikant, maar weet wel dat het orgel na 1912 enkele ? keren gerestaureerd is geweest.
Ds. Van Popta preekte destijds over de toepasselijke tekst van Psalm 92 vers 2.
Jan Dirk Vlasblom zegt
Er is eigenlijk maar een grote aanpassing van het instrument geweest in 1968.
Men heeft toen geprobeerd om, naar de smaak van die tijd, de klank van het instrument een wat meer ‘barokke’ (helderder/scherper) klank te geven. Op manuaal II is de viola 8′ (in de krant aangeduid als vox celeste) daarom vervangen door een woudfluit 2′, en op manuaal I is een mixtuur toegevoegd.
Vanuit de huideige opvattingen over orgels zijn die twee aanpassingen niet zo geslaagd, en dus gaan we proberen om de klank van het orgel weer wat meer bij de klank uit 1912 te krijgen.
We willen daarom de woudfluit weer vervangen door een viola 8′, en we zoeken nog naar een oplossing voor de mixtuur. Vooral die laatste aanpassing is iets wat nog wat denkwerk nodig heeft, omdat er verschillende opties zijn die nog al verschillen zowel op het muzikale als het financiele vlak. Bovendien zijn ze binnen de beperkte ruimte van het orgel niet allemaal even eenvoudig uit te voeren.
Als laatste weetje: de calcant is eigenlijk geen register: het is een mechaniekje om de ‘orgeltrapper’ bij de les te houden. In de toren staat namelijk de windvoorziening van het orgel: een grote leren balg. Tegenwoordig wordt die door een electrische windmotor gevuld, maar vroeger door de zogenaamde ‘orgeltrapper’. De organist gebruikte de calcant om de orgeltrapper een seintje te geven dat er weer gespeeld ging worden, en dat er dus voor voldoende lucht gezorgd moest worden.